In de jaren 1990 verdiepte ik me tijdens mijn MBA-studies in Human resources en bedrijfscommunicatie. De jaren daarop ondervond ik in verschillende commerciële en manageriële functies binnen de bankensector hoe een leidinggevende zijn evenwicht moet vinden tussen het meten van de resultaten van de medewerkers en het bezielen van deze mensen, wetende dat het tweede een impact kan hebben op het eerste, ten goede of ten kwade.
Vanaf 2000 begon ik me dan toe te leggen op communicatietrainingen binnen de privésector en de federale en vlaamse overheidsdiensten. Het coachen van leidinggevenden, tijdens hun individuele gesprekken met medewerkers, tijdens teamvergaderingen, bij evaluaties met leuke of minder leuke boodschappen, het gaf me altijd enorme voldoening. Binnenkijken in het hoofd en hart van de anderen, observeren welke impact communicatie kan hebben bij het verwoorden van wat men voelde of in gedachten had, zien hoe de boodschap bij de gesprekspartner aankwam, insloeg, en zien hoe deze zijn reactie op zijn beurt verwoordde– ik krijg er maar niet genoeg van.
Waar mensen met elkaar vooruit willen, is communicatie het ultieme bindmiddel. Maar hanteert men de woorden verkeerd, dan worden het wapens.
Wie in een hoge boom wil geraken, kan drie dingen doen:
klimmen zonder naar iemand om te zien, tot men uitgeput naar beneden valt,
op een eikel gaan zitten en honderd jaar wachten,
of vriendschap sluiten met een grote vogel.